Inhalen

WAT HOE MOTIVATIE
1. Kijken. Voor, binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en over de linkerschouder. Voor: om te kijken of de weg over voldoende afstand vrij is. Binnenspiegel: om te kijker of bestuurders achter je niet zijn begonnen om jou in te halen. Linkerbuitenspiegel: om te kijken of bestuurders jou niet aan het inhalen zijn. Over de linkerschouder: om de dode hoek schuin links achter de auto te controleren.
2. Richting aangeven. Naar links. Hiermee geef je te kennen dat je zo direct gaat opschuiven naar links.
3. Inhaalmanoeuvre beginnen. – Vlot naar links opschuiven.- Het in te halen voertuig zo snel mogelijk inhalen. Hoe korter de inhaalmanoeuvre duurt, des te minder gevaar hij kan opleveren voor de medeweggebruikers.
4. Kijken. Binnenspiegel, rechterbuitenspiegel en over de rechterschouder. Controleer of je veilig naar rechts kunt verplaatsen.
5. Richting aangeven. Naar rechts. Hiermee geef je te kennen dat je zo direct gaat opschuiven naar rechts.
6. Terugkomen naar rechts. Vlot doch vloeiend, zodra de gehele voorkant van de door jou ingehaalde auto in de binnenspiegel zichtbaar is. Om de juiste plaats op de rijbaan in te nemen.

Terug naar boven.

Ingehaald Worden

WAT HOE WAAROM
Ook als we ingehaald worden is het opletten geblazen.
1. Kijken. Rondom de auto, blijven concentreren. Een inhaalmanoeuvre van iemand anders kan gevaar opleveren voor het tegemoetkomende verkeer. Als je wordt ingehaald, moet je in zo’n situatie reageren om de gevaarlijke situatie op te heffen.
2. dreigend gevaar opheffen. Snelheid verminderen, uitwijken, stoppen. Ondanks dat deze handelingen niet meer in de wet beschreven zijn, blijft het natuurlijk van het grootste belang dat we ons defensief blijven opstellen.
3. Snelheid vasthouden. Wanneer we – als we ingehaald worden – snelheid gaan vermeerderen, duurt de inhaalmanoeuvre nog langer, met nog meer kans op gevaar of hinder voor andere weggebruikers.

Terug naar boven.

Voorbijgaan

WAT HOE WAAROM
We spreken van voorbijgaan als we o.a. een geparkeerd staand voertuig, een op de weg geplaatste container, een op de weg geplaatst hek i.v.m. wegreparaties of een ander voorwerp dat zich op de rijbaan bevindt, en dat niet deelneemt aan het normale wegverkeer passeren. Zoals reeds besproken (H.A. inhalen).
NOOT: als in bepaalde situaties de beschikbare ruimte beperkt is, zal gekozen moeten worden voor een lage tot zeer lage snelheid. Houd bij het voorbijgaan ook zeer goed een eventueel aan de linkerzijde van de rijbaan gelegen fietsstrook, fietspad, voetpad of trottoir in de gaten, want bij het voorbijgaan kom je misschien op één van die weggedeeltes terecht. LET OP: het voorbijgaan lijkt zo gemakkelijk, maar toch worden er veel fouten mee gemaakt. Met name het kijken is zeer belangrijk, want meestal kom je bijna tot stilstand en dat betekend dat het ‘langzame’ verkeer je aan alle kanten voorbij komt, vaak zowel links als rechts.
Richting aangeven. Als het voorbijgaan een belangrijke zijdelingse verplaatsing met zich meebrengt. Ook het gebruik van de richtingaanwijzer is belangrijk. Niet alleen voor jezelf, maar ook om duidelijkheid te verschaffen voor de bestuurders achter je.

Terug naar boven.

Tegemoetkomen

WAT HOE WAAROM
1. Ruimte tussen jouw auto en die van de tegenligger moet voldoende zijn om elkaar zonder gevaar of hinder te passeren. /strong> Door tijdig snelheid te verminderen en eventueel op te schuiven naar rechts. Het kan zelfs voorkomen dat we door ruimtegebrek zullen moeten stoppen. Het is van het grootste belang dat deze handelingen op tijd geschieden. Kijk dus altijd zo ver mogelijk vooruit om een tegenligger zo snel mogelijk te onderkennen en te reageren.
2. Uitwijken. Indien nodig zoveel mogelijk naar rechts. Een belangrijk punt is dat
we bij het uitwijken altijd goed rekening houden met eventuele fietsers, bromfietsers en voetgangers e.d. Als je uitwijkt naar rechts kan er op dat moment één van deze weggebruikers naast je aanwezig zijn.